Springen is goed voor paard en ruiter. Je krijgt er meer zelfvertrouwen van en je moet extra goed op je houding en zit letten zodat je het paard niet hindert en samen soepel over de sprong heen gaat.

Zelfs als je besluit dat je wilt leren springen, moet je je nooit onder druk gezet voelen. Het is niet ongebruikelijk om ruiters (voornamelijk kinderen) te zien die duidelijk niet geïnteresseerd zijn of willen springen, maar bang zijn, zich onder druk gezet voelen en daardoor ongelukkig zijn. Springen brengt risico’s met zich mee bij paardrijden, en veiligheid moet altijd de eerste prioriteit zijn. Een rijder die zich onder druk en onzeker voelt, is geen veilige rijder. Je wilt sprongen volledig toegewijd en zelfverzekerd maken – niet nerveus. Bij elke paardenactiviteit moet je veilig zijn en plezier hebben. Als je bang bent, heb je geen plezier. Of je nu drie maanden of drie jaar of misschien decennia nodig hebt om te leren springen, maakt niet uit. Je instructeur moet bereid zijn om in jouw tempo te gaan en je niet te vergelijken met andere ruiters.

Ontwikkel een onafhankelijke zit
Je eerste stap om over sprongen te leren rijden, is door tijdens de les te werken aan een stabiele zit in alle gangen, van stap tot handgalop. Je moet deze gangen ook veilig kunnen rijden in de verlichte zit (de springhouding).

Van grondbalken ga je naar caveletti’s die een paar centimeter van de grond worden geheven. Nogmaals, je zult erover draven en galopperen terwijl je paard met een grotere impuls beweegt om zichzelf over deze kleine sprongen te tillen. Als je eenmaal zeker bent dat je over de caveletti gaat, is de volgende stap een kleine sprongetje. Dit zal net hoog genoeg zijn om uw paard aan te moedigen om daadwerkelijk te springen, in plaats van over de balk te stappen. Als je de sprong nadert, is het belangrijk om je gewicht goed in het zadel te houden. Kijk vooruit voorbij de sprong naar waar je heen wilt nadat je bent geland. Als je je hoofd laat zakken om te kijken, heeft dit invloed op het evenwicht van het paard. Terwijl het paard zijn voorbenen over de balk heeft, til je jezelf op in verlichte zit en laat je je handen naar voren gaan langs de hals van je paard – een beweging die de “loslating” wordt genoemd, zodat je niet per ongeluk tegen zijn mond stoot of de teugels om jezelf tegen te houden Een paard moet zijn nek uitstrekken als het springt om het te helpen in evenwicht te blijven, en je wilt je hier niet mee bemoeien (je hebt tijdelijk geen contact met het bit).

Terwijl je landt, ga je voorzichtig in het zadel zitten en breng je je handen terug naar de normale positie. Zorg ervoor dat je je benen niet naar achteren vouwt of naar voren duwt. Je beenpositie zou niet veel moeten veranderen van het rijden op het vlakke.

Bij springen komt dus best veel oefening en techniek kijken, daarnaast hebben we natuurlijk veel plezier!

Categories: Uncategorized

0 Comments

Leave a Reply

Avatar placeholder

Your email address will not be published.